terug naar de index
  
MAG maakt bezwaar tegen kilometerheffing bij minister Netelenbos

Minister T. Netelenbos

Ministerie van verkeer en waterstaat

Postbus 20901

2500 EX Den Haag

29 mei 2001

Betreft: kilometerheffing

Geachte mevrouw Netelenbos,

Graag wil ik, namens de Motorrijders Actie Groep (MAG), belangenvereniging voor motorrijders, reageren op uw voornemen om te komen tot de invoering van een elektronische kilometerheffing en op het rapport dat de heer Pieper hierover heeft geschreven. Bovendien heeft het rapport een aantal vragen bij ons opgeroepen, waarop wij graag een antwoord zouden ontvangen.

De MAG is geen tegenstander van het principe 'de gebruiker betaalt', maar ons inziens moet dit, zoals nu al grotendeels het geval is, worden gerealiseerd door de mobiliteitskosten te verrekenen in de brandstofprijzen. Wie veel rijdt, betaalt meer. Wie zuinig rijdt of wie minder rijdt, betaalt minder (dit betekent overigens niet dat wij vinden dat de brandstofprijzen en/of -accijnzen moeten stijgen). Uw argument dat het onmogelijk zou zijn de mobiliteitskosten op te nemen in de brandstofprijs, omdat dit niet in Europees verband te regelen is, houdt o.i. geen steek. Het is mogelijk gebleken om iedere vorm van regelgeving in Europa te realiseren en de MAG is van mening dat de privacy van de Nederlandse weggebruiker en de zeggenschap over zijn of haar voertuig niet mag worden opgeofferd omdat onze politici niet in staat zijn het eens te worden over één Europese brandstofprijs.

Wat opvalt is dat U en dhr. Pieper het niet over hetzelfde onderwerp lijken te hebben. U schrijft in uw opdrachtverlening aan dhr. Pieper het volgende: "Centraal in het beleid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat staat de invoering van de gedifferentieerde kilometerheffing, om de congestieproblematiek in Nederland te bestrijden." Dhr. Pieper schrijft in het voorwoord van rapport het volgende: "Het doel dat ik voor ogen heb gehad bij het uitbrengen van dit advies is te komen tot een rechtvaardige en betrouwbare berekening van de kosten van het gebruik van de openbare weg." Is de minister het met ons eens dat het verschil tussen deze doelstellingen op zijn minst merkwaardig te noemen is?

De belangrijkste vraag is of de kilometerheffing in de visie van de minister ook voor motorfietsen geldt, daar er in het rapport uitsluitend over auto’s gesproken wordt en er ons inziens goede argumenten zijn om motorfietsen niet onder de kilometerheffing te laten vallen, vanwege het geringe aantal motorfietsen en het lage aantal gereden kilometers. Het mobiliteitsprobleem is in hoofdzaak een autoprobleem. Motorfietsen veroorzaken geen files en in vergelijking met de automobilist bespaart de motorrijder aanzienlijk op zijn reistijd, omdat de motorrijder door kan rijden waar de automobilist stilstaat. De motorfiets is een ondergewaardeerd alternatief voor de auto en mag ons inziens niet blindelings worden betrokken bij (financiële) maatregelen die het autoverkeer moeten reguleren en/of terugdringen. Hopelijk bent u het met ons eens dat de motorfiets in deze context anders behandeld dient te worden dan de auto? En dat de motorfiets vrijgesteld kan worden van kilometerheffing?

Mocht u deze mening niet zijn toegedaan en toch vinden dat motorfietsen onder de kilometerheffing behoren te vallen, dan hebben wij de volgende bezwaren en vragen: er wordt in het rapport gesteld dat de invoering budgettair neutraal zal plaatsvinden. Er van uitgaand dat hieronder ook de technische aanpassingen aan het voertuig vallen, is het zeer de vraag of dit ook voor motorfietsen mogelijk is. Voor deze voertuigen geldt namelijk dat zowel de motorrijtuigenbelasting, als het gereden aantal kilometers op jaarbasis zeer gering zijn. Dit terwijl naar verwachting de technische aanpassingen zeer kostbaar zullen zijn, gezien het geringe aantal voertuigen en de noodzakelijke weer- en windbestendigheid.

In het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan 2001-2020 (NVVP) lezen wij het volgende: "Wanneer een voertuig elektronisch kan worden geïdentificeerd, kan dat het begin zijn voor tal van commerciële toepassingen, maar ook voor taken die op de weg van de overheid liggen, zoals verkeersmanagement, de bestrijding van fraude met kentekenplaten en -bewijzen, incidentmanagement, snelheidshandhaving (verkeersveiligheid) en kilometerheffing." De MAG verzet zich tegen de groeiende trend om technologische systemen in voertuigen te introduceren die van invloed kunnen zijn op het gedrag van het voertuig en/of die op enige wijze een gevaar vormen voor de privacy van de bestuurder.

De in het NVVP genoemde apparatuur voor elektronische plaatsbepaling, communicatie, identificatie van voertuigen en kilometerheffing mag naar onze mening nooit tegen de wens van de eigenaar van het voertuig worden aangebracht. De keus van het individu om niet door de overheid op de voet gevolgd te willen worden is o.i. een basisvrijheid waar niet aan getornd mag worden. De stelling dat de door de overheid verzamelde gegevens van een voertuig in handen zijn van diezelfde overheid en dat dus de privacy gewaarborgd is, geeft voor de MAG zeker geen afdoende garantie.

Hoogachtend,

Peet Veldhuizen,

voorzitter MAG.

Een afschrift van deze brief is gezonden aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer.