terug naar de index
  
Kamer steunt Netelenbos
Bron: ANP 27 juni 2001

DEN HAAG- Een grote Kamermeerderheid steunt de plannen van minister Netelenbos (Verkeer) om in 2004 te beginnen met invoering van een kilometerheffing. Tijdens een debat in de Tweede Kamer bleek woensdag dat alleen het CDA tegen is.

Netelenbos wil beginnen met een zogenoemde variabele heffing, waarbij automobilisten een bedrag per gereden kilometer betalen dat afhangt van het gewicht van de auto en de vervuiling die het voertuig veroorzaakt. Dat zou volgens berekeningen al tot 30 procent minder verkeersdrukte kunnen leiden. Onder druk van de VVD hebben de coalitiepartijen besloten dat aanvankelijk niet zal worden gedifferentieerd naar tijd en plaats (waarbij rijden in de spits op drukke wegen duurder wordt dan rijden op het platteland). Netelenbos, de PvdA en D66 wilden dat eigenlijk wel direct. ,,We moeten daar uiteindelijk op uit komen, maar de stapsgewijze aanpak is goed. We gaan struikelend ten onder als we direct te ingewikkeld gaan doen"', verwacht PvdA’er Van Heemst.

De mogelijkheid om de variëren naar tijd en plaats komt wel in de wet, die volgend jaar klaar zal zijn. Maar of dat ooit gebeurt, is zeer de vraag, zo bleek tijdens het debat. De VVD loopt daar namelijk niet erg warm voor. Netelenbos benadrukte dat de kilometerheffing geen melkkoe zal worden. Gelijktijdig met de invoering van de heffing gaan de belastingen (motorrijtuigenbelasting, BPM en accijnzen) omlaag. Het bedrag dat automobilisten gaan betalen is nog niet bekend. ,,Maar het gaat budgettair neutraal"', aldus Netelenbos.

De VVD wil dat de heffing leidt tot een verlaging van de lasten voor automobilisten. Hofstra is voorstander van afschaffing van de motorrijtuigenbelasting en BPM en een eenmalige forse verlaging van de accijns op benzine, zodat de benzineprijs meer in pas gaat lopen met de ons omringende landen. Vooral bestuurders van grote auto's zouden daar van profiteren. In 2003 beginnen er in de Randstad proeven met de kilometerheffing om de techniek te testen. Volgens Netelenbos zijn er voor de testen niet meer dan vierhonderd vrijwilligers nodig.